Koffie met een gevulde koek, integratie is een feit. We spreken in het Engels want Nederlands praten gaat nog niet, maar dat willen Rafiq en zijn vrouw wel graag leren. Ze hebben veel steun aan de buurvrouw Ada, die ook nog even langs komt. Rafiq zegt trots “dit is mijn hollandse zus”. Het verhaal van Rafiq begint in Dubai. Na 35 jaar hier gewerkt te hebben en eigenaar te zijn van een succesvolle meubelzaak, besluit hij om in 2006 terug te keren naar zijn familie in Syrië. Rafiq is Palestijn, geen aanhanger van Assad en vergelijkt hem met Hitler. Daarom wordt hij in het midden van de nacht door de Security Police opgepakt en afgevoerd naar, wat later blijkt, de Palestina Branch, een gevangeniscomplex in Damascus. Zijn vrouw en familie blijven in het ongewisse achter. In de gevangenis wordt zijn naam een nummer, nummer 11, en verblijft hij met zo’n 100 andere gevangenen in een niet al te grote ruimte. Het toilet, één in dezelfde ruimte, geeft regelmatig wateroverlast op de vloer waar ze slapen. Dit zorgt al snel voor ongedierte en bacteriën die de gezondheid van Rafiq snel achteruit laat gaan. Een beetje water en een aardappel per dag is wat er op het menu staat. De aardappel eet hij niet maar verdeeld deze onder de jongere gevangen. Zijn gewicht neemt snel af van 125 kilo naar zo’n 50 kilo aan het einde van zijn opsluiting. Tijdens zijn verblijf overlijden er ook diverse gevangenen die soms pas na een paar dagen uit de ruimte verwijderd worden. Al snel maakt hij kennis met de ‘Steel-man’ wiens taak het is om de gevangen zoveel mogelijk te mishandelen. ’s Nachts wordt Rafiq regelmatig opgehaald om bewerkt te worden met stalen kettingen, knuppels en electrocutie. Na 4 maanden ziet hij kans om door middel van smeergeld vrij te komen. De ‘Steel-man’ zegt dat Rafiq geld heeft, en laat zich voor een groot bedrag omkopen en zorgt er dan voor dat Rafiq door de rechter wordt vrijgelaten. Echter al zijn bezittingen en banktegoeden zijn door de Staat in beslag genomen. Via zijn zoon uit Dubai lukt het om het geld bij elkaar te krijgen en de man te betalen. Zijn dochter, die als arts in een ziekenhuis werkt, weet uiteindelijk via via te achterhalen waar hij zit en zorgt ervoor dat haar vader in het ziekenhuis geholpen wordt. Zijn gezondheidstoestand is erg slecht maar ex-gevangenen mogen niet in het ziekenhuis verblijven dus moet weg. Hij belandt uiteindelijk in een Palestijns ziekenhuis van de United Nations. Omdat de ‘Steel-man’ nog meer geld van Rafiq wil en hij niet weer opgepakt wil worden besluit hij te vluchten. Vanuit Damascus naar Allepo en dan naar Turkije. Her en der moeten er ook weer sommen geld afgedragen worden om mensen ‘tevreden’ te stellen. Na verschillende keren teruggestuurd te zijn door Turkije lukt het Rafiq uiteindelijk om toch Turkije binnen te komen. Vanuit Turkije doet hij een poging om samen met andere vluchtelingen op een rubberboot naar Griekenland te komen. Bij de poging raakt zijn boot lek, hij kan niet zwemmen maar weet zich aan iets drijvends vast te houden. Een baby die hem tegemoet drijft weet hij met een hand uit het water te houden. Gelukkig worden hij en de baby door twee Iraakse jongens gered. Ze worden weer terug gebracht naar Turkije. Uiteindelijk lukt het hem om voor veel geld een plaats in het ruim van een groot schip te bemachtigen en wordt met 200 anderen vlakbij een klein eiland letterlijk en figuurlijk overboord gezet. Op het eiland is niets te vinden, geen eten en geen drinken. Het maken van een vuur om aandacht te trekken geeft geen resultaat. Een jongetje zegt tegen Rafiq ‘misschien gaan we wel dood’ en wil zijn vader bellen maar van de andere telefoons die er zijn is inmiddels de accu leeg. Wanneer het jongetje begint te huilen leent Rafiq zijn toestel aan het jongetje om met zijn vader te bellen. De ouders van het jongetje zijn gescheiden, de vader leeft in Londen, de moeder is omgekomen bij een bombardement. Het nummer wat gebeld wordt blijkt van de BBC, waar de vader werkt. Een reddingsactie wordt op touw gezet, de locatie van het eiland wordt achterhaald via Google Maps. Ze worden gered door de Griekse Marine en ondergebracht in een schoolgebouw op een ander eiland. Via Athene naar Macedonie waar hij na drie dagen lopen totaal uitgeput weer in het ziekenhuis belandt. Na enigzins te zijn aangesterkt vervolgt Rafiq zijn weg naar Servie, op krukken loopt hij naar Hongarije. Dan via Oostenrijk, Duitsland naar Nederland. Na vele hachelijke situaties te hebben overleefd en meer dan 40 dagen gelopen te hebben komt hij eindelijk in 2015 aan in Nederland. Nu bijna 2 jaar later verteld Rafiq aan mij zijn indrukwekkende verhaal. Tijdens het vertellen stokt af en toe zijn adem, het verwerken zal nog lange tijd duren maar gelukkig toont hij soms toch ook een glimlach op zijn gezicht. Door de mishandelingen werken zijn nieren niet meer en moet hij nu drie keer per week naar het ziekenhuis voor dialyse, een transplantatie kan nog wel vier jaar duren. Na een lange tijd zijn Rafiq en zijn vrouw eindelijk weer samen. Nederland is nu hun thuisland en samen werken ze aan een nieuwe toekomst. Voordat ik weg ga drinken we nog een kop koffie en laat hij mij een foto van zichzelf zien uit de jaren 70. We praten over schoenen met plateauzolen, broeken met wijde pijpen en Amerikaanse auto’s. Belangrijk om ook te vermelden is dat Vluchtelingenwerk Leiden, naast een luisterend oor zijn, heel veel tijd en moeite in de gezinshereniging, pensioen en scootmobiel voor Rafiq heeft gestoken. Voor meer informatie ga naar de website van vluchtelingenwerk, www.vluchtelingenwerk.nl/zuidwestnederland.
3 Opmerkingen
|