Gisteren 16/10/24 was het precies 10 jaar geleden dat ik WOII Veteraan Dhr. van Wijnen mocht fotograferen voor mijn project “Vrijheid, Toen en Nu”. Nu heeft het portret een mooie plek bij zijn kleindochter gekregen.
0 Opmerkingen
Veteranen zetten zich in of hebben zich ingezet tijdens verschillende missies, direct of indirect, voor onze vrijheid. Dit is iets waar we allemaal dankbaar voor mogen zijn maar dat ook dat nog steeds zeer actueel is. Het “luchtmachtkoppel” Yanick en Stephanie worden binnenkort uitgezonden op missie, voor Yanick de 3de keer en voor Stephanie de 1e keer. Een goed moment om mooie en leuke portretfoto’s in GVT te laten maken, voor hunzelf maar ook voor familie en vrienden.
Nederland telt ook veel vrouwelijke veteranen die zich inzetten of ingezet hebben voor onze Vrijheid. Onlangs mocht ik Petra fotograferen die 2x uitgezonden is geweest naar de Sinaï. Kijk hier voor de kleuren versie en andere veteranen die zich door mij hebben laten portretteren.
Met enige trots kan ik mededelen dat dit jaar één van de meest gerespecteerde industrie panels en internationale accreditatie programma’s, the Portrait Masters Competition 2019, 4 van mijn 4 ingestuurde foto’s gewaardeerd hebben met een “Bronze Award”. Ik kreeg deze award in de categoriën, Contemporary Portrait, Boudoir Portrait en Maternity Portrait. De Portrait Masters Competition's gradatie schaal, de “Bronze Award” staat voor "High Professional Standard". De professionele jurering is gebaseerd op styling, compositie, focus, belichting, connectie(tussen fotograaf en model), poseren, nabewerking en algemene techniek en presentatie. Dit jaar bestond de jury uit top fotografen Tony Carter, Richard Wood, Michele Celentano, Susan Stripling, Sue Bryce, Ray Schembri, Charmaine Heyer, Peter Rossi, Pippin Schembri, Alycia Savage, Kevin Jairaj, Tony Hewitt. De laatste zaterdag in juni is het Veteranendag in Nederland. Dit is een eerbetoon aan alle Nederlandse Veteranen voor hun inzet in het verleden maar ook bij de vredesoperaties die nu in de verschillende delen van de wereld plaatsvinden. Dit jaar mocht ik foto’s maken bij de medaille ceremonie op het Binnenhof en bij het defilé. Een heel mooie ervaring om dit eens van dichtbij mee te maken.
Na het defilé loop ik terug naar het Mailieveld en raak in gesprek met 3 oud Nieuw Guinea Veteranen. Ik merk dat de erkenning voor deze Veteranen toch nog iets is wat een beetje achterblijft. Of ik wel een foto zou willen maken want het kan volgend jaar zomaar voorbij zijn zegt de één. Dat is natuurlijk geen probleem, we wisselen e-mail adressen uit zodat ik de foto op kan sturen. Verder hebben we het nog even over een blauwe hap en bintang. Naast dat dit een lekker biertje is betekent dit ook ster, welke ook is afgebeeld op de Nieuw Guinea herinneringsmedaille. Of ik ook nog moet eten, vraagt de ander en geeft mij een paar van zijn consumptiebonnen alvorens we weer ieder ons eigen weg gaan. De complete serie is te vinden op https://www.arieijdo.nl/veteranendag-2019.html Afgelopen zaterdag gefotografeerd op de 2de Taalambassadeursdag voor de Stichting Lezen en schrijven. Deze dag staat in het teken van mensen die vroeger niet goed konden lezen, schrijven en of rekenen en tegenwoordig met hun verhaal andere mensen (bijvoorbeeld in de media) inspireren om ook op cursus te gaan, hun verhaal te vertellen of zich niet langer te schamen voor een probleem wat wijdverspreid in Nederland voorkomt. Meer informatie: https://www.lezenenschrijven.nl/
Koffie met een gevulde koek, integratie is een feit. We spreken in het Engels want Nederlands praten gaat nog niet, maar dat willen Rafiq en zijn vrouw wel graag leren. Ze hebben veel steun aan de buurvrouw Ada, die ook nog even langs komt. Rafiq zegt trots “dit is mijn hollandse zus”. Het verhaal van Rafiq begint in Dubai. Na 35 jaar hier gewerkt te hebben en eigenaar te zijn van een succesvolle meubelzaak, besluit hij om in 2006 terug te keren naar zijn familie in Syrië. Rafiq is Palestijn, geen aanhanger van Assad en vergelijkt hem met Hitler. Daarom wordt hij in het midden van de nacht door de Security Police opgepakt en afgevoerd naar, wat later blijkt, de Palestina Branch, een gevangeniscomplex in Damascus. Zijn vrouw en familie blijven in het ongewisse achter. In de gevangenis wordt zijn naam een nummer, nummer 11, en verblijft hij met zo’n 100 andere gevangenen in een niet al te grote ruimte. Het toilet, één in dezelfde ruimte, geeft regelmatig wateroverlast op de vloer waar ze slapen. Dit zorgt al snel voor ongedierte en bacteriën die de gezondheid van Rafiq snel achteruit laat gaan. Een beetje water en een aardappel per dag is wat er op het menu staat. De aardappel eet hij niet maar verdeeld deze onder de jongere gevangen. Zijn gewicht neemt snel af van 125 kilo naar zo’n 50 kilo aan het einde van zijn opsluiting. Tijdens zijn verblijf overlijden er ook diverse gevangenen die soms pas na een paar dagen uit de ruimte verwijderd worden. Al snel maakt hij kennis met de ‘Steel-man’ wiens taak het is om de gevangen zoveel mogelijk te mishandelen. ’s Nachts wordt Rafiq regelmatig opgehaald om bewerkt te worden met stalen kettingen, knuppels en electrocutie. Na 4 maanden ziet hij kans om door middel van smeergeld vrij te komen. De ‘Steel-man’ zegt dat Rafiq geld heeft, en laat zich voor een groot bedrag omkopen en zorgt er dan voor dat Rafiq door de rechter wordt vrijgelaten. Echter al zijn bezittingen en banktegoeden zijn door de Staat in beslag genomen. Via zijn zoon uit Dubai lukt het om het geld bij elkaar te krijgen en de man te betalen. Zijn dochter, die als arts in een ziekenhuis werkt, weet uiteindelijk via via te achterhalen waar hij zit en zorgt ervoor dat haar vader in het ziekenhuis geholpen wordt. Zijn gezondheidstoestand is erg slecht maar ex-gevangenen mogen niet in het ziekenhuis verblijven dus moet weg. Hij belandt uiteindelijk in een Palestijns ziekenhuis van de United Nations. Omdat de ‘Steel-man’ nog meer geld van Rafiq wil en hij niet weer opgepakt wil worden besluit hij te vluchten. Vanuit Damascus naar Allepo en dan naar Turkije. Her en der moeten er ook weer sommen geld afgedragen worden om mensen ‘tevreden’ te stellen. Na verschillende keren teruggestuurd te zijn door Turkije lukt het Rafiq uiteindelijk om toch Turkije binnen te komen. Vanuit Turkije doet hij een poging om samen met andere vluchtelingen op een rubberboot naar Griekenland te komen. Bij de poging raakt zijn boot lek, hij kan niet zwemmen maar weet zich aan iets drijvends vast te houden. Een baby die hem tegemoet drijft weet hij met een hand uit het water te houden. Gelukkig worden hij en de baby door twee Iraakse jongens gered. Ze worden weer terug gebracht naar Turkije. Uiteindelijk lukt het hem om voor veel geld een plaats in het ruim van een groot schip te bemachtigen en wordt met 200 anderen vlakbij een klein eiland letterlijk en figuurlijk overboord gezet. Op het eiland is niets te vinden, geen eten en geen drinken. Het maken van een vuur om aandacht te trekken geeft geen resultaat. Een jongetje zegt tegen Rafiq ‘misschien gaan we wel dood’ en wil zijn vader bellen maar van de andere telefoons die er zijn is inmiddels de accu leeg. Wanneer het jongetje begint te huilen leent Rafiq zijn toestel aan het jongetje om met zijn vader te bellen. De ouders van het jongetje zijn gescheiden, de vader leeft in Londen, de moeder is omgekomen bij een bombardement. Het nummer wat gebeld wordt blijkt van de BBC, waar de vader werkt. Een reddingsactie wordt op touw gezet, de locatie van het eiland wordt achterhaald via Google Maps. Ze worden gered door de Griekse Marine en ondergebracht in een schoolgebouw op een ander eiland. Via Athene naar Macedonie waar hij na drie dagen lopen totaal uitgeput weer in het ziekenhuis belandt. Na enigzins te zijn aangesterkt vervolgt Rafiq zijn weg naar Servie, op krukken loopt hij naar Hongarije. Dan via Oostenrijk, Duitsland naar Nederland. Na vele hachelijke situaties te hebben overleefd en meer dan 40 dagen gelopen te hebben komt hij eindelijk in 2015 aan in Nederland. Nu bijna 2 jaar later verteld Rafiq aan mij zijn indrukwekkende verhaal. Tijdens het vertellen stokt af en toe zijn adem, het verwerken zal nog lange tijd duren maar gelukkig toont hij soms toch ook een glimlach op zijn gezicht. Door de mishandelingen werken zijn nieren niet meer en moet hij nu drie keer per week naar het ziekenhuis voor dialyse, een transplantatie kan nog wel vier jaar duren. Na een lange tijd zijn Rafiq en zijn vrouw eindelijk weer samen. Nederland is nu hun thuisland en samen werken ze aan een nieuwe toekomst. Voordat ik weg ga drinken we nog een kop koffie en laat hij mij een foto van zichzelf zien uit de jaren 70. We praten over schoenen met plateauzolen, broeken met wijde pijpen en Amerikaanse auto’s. Belangrijk om ook te vermelden is dat Vluchtelingenwerk Leiden, naast een luisterend oor zijn, heel veel tijd en moeite in de gezinshereniging, pensioen en scootmobiel voor Rafiq heeft gestoken. Voor meer informatie ga naar de website van vluchtelingenwerk, www.vluchtelingenwerk.nl/zuidwestnederland. Ik ontmoet Ahmad in het opvangcentrum in Petten. In zijn kleine kamer wordt ik gastvrij ontvangen en drinken we koffie terwijl hij zijn verhaal doet. In het begin leefden ze hier met zes personen maar doordat er nu geen nieuwe mensen meer bijkomen heeft hij de kamer voor zichzelf verteld hij.
Ahmad is 27 jaar en komt uit Aleppo in Syrië. Hij studeerde Faculty of Economics aan de Aleppo University toen ook de straat waarin hij leefde veranderde in een oorlogsgebied. Zijn huis en auto werden door de bombardementen vernield. Gelukkig bleven hij en zijn familie ongedeerd. Als hij een oproep krijgt om zich aan te melden bij het leger besluit hij Syrië te verlaten. Via Libanon, Turkije, Griekenland, Macedonië, Servië, Hongarije, Oostenrijk, Duitsland komt hij uiteindelijk aan in Nederland waar hij nu ongeveer een jaar is. Het is geen makkelijke reis, lange wachttijden voordat je van het ene land naar het andere land kan, corruptie en slapen in de buitenlucht. Zijn familie is nog in Aleppo en dat maakt het extra moeilijk, mede omdat hij hier niets voor ze kan doen. Het is ook moeilijk om contact te krijgen met zijn familie, hij heeft al een paar dagen niets gehoord. Om bezig te blijven en voor de afleiding doet hij veel vrijwilligerswerk en werkt hij in een restaurant. We lunchen met een typisch Syrische delicatesse, Syrisch brood met Za’atar, die Ahmad voor mij klaar maakt, erg lekker. Het is mooi om te zien en te horen hoe gedreven en ambitieus hij is en ondanks alles toch zo positief blijft. Hij wil zo snel mogelijk Nederlands leren en wanneer het kan zijn verloofde over laten komen. Om meer begrip te krijgen voor vluchtelingen uit Syrië, wil Ahmad een film maken over een Syrische jongen die studeerde aan de universiteit in Aleppo en daar, samen met zijn vrienden, droomde over de toekomst. En over hoe een meedogenloze oorlog al die dromen met harde hand in duizend stukken kapotsloeg. Hij heeft het script al klaar en is nu bezig om mensen om zich heen te verzamelen waarmee dit gerealiseerd kan worden. Binnenkort krijgt Ahmad een woning in Leiden, het opvangcentrum zal waarschijnlijk worden gesloten. Met mijn nieuwe project 'Op zoek naar' maak ik een serie zwart/wit portretten van vluchtelingen die al enigszins geïntegreerd zijn. Omdat ik ook geïnteresseerd ben in hun achtergrondverhaal leg ik dit door middel van een kort interview vast. Het eerste resultaat kan je hieronder vinden. In het kleine appartement wordt ik vriendelijk door Ayham ontvangen en het valt mij op dat hij al aardig Nederlands spreekt. Grammatica is nog wel lastig zegt hij, maar ik kan het goed volgen. We drinken een kop thee terwijl ik uitleg wat de bedoeling is, een kort interview en daarna het maken van een aantal foto’s. Soms schakelen we even naar het Engels maar over het algemeen spreken we Nederlands met elkaar.
Ayham studeerde aan de Universiteit van Damascus, maar besloot door de toenemende oorlog, Syrië verlaten op zoek naar een betere toekomst. Via Libanon, waar hij ongeveer een jaar blijft om te werken, gaat hij daarna naar Mersin in Turkije. Hier is geen werk dus besluit hij naar Istanbul te gaan. Het is erg moeilijk om werk te vinden en als je werk vindt is het tegen zeer laag loon. Zijn geld raakt op en zonder dak boven zijn hoofd moet hij buiten slapen, in het park of bij bushaltes. Uiteindelijk vind hij werk in een restaurant van een hotel omdat hij een beetje Engels spreekt. Intussen leert Ayham ook goed Turks te spreken. Doordat de situatie in Syrië steeds slechter wordt laat Ayham zijn vader, moeder en broers ook naar Turkije komen waar ze samen in een klein huis kunnen wonen. Hun huis in Syrië is inmiddels plat gebombardeerd. Zijn zus blijft nog in Syrië maar zal later met haar man komen. Het werken in Istanbul is moeilijk, lange dagen van 12 uur met 15 minuten tijd om te lunchen tussendoor. Hij krijgt geen vrij van zijn baas om een huis te zoeken als zijn zus en zwager ook naar Turkije komen. Bij een extra baan, komt hij soms in voor hem gevaarlijke situaties. Als hij zijn baas hierop aanspreekt reageert deze onverschillig met ‘alle Syriërs gaan toch dood.....’. Voor Ayham is dit te veel en wil niet langer in Turkije blijven. Hij wil naar Nederland om daar zijn studie af te maken. Met geld dat hij krijgt van zijn moeder, die haar gouden oorbellen verkoopt, en het geld wat hij zelf nog heeft gaat hij met een paar honderd euro op zak naar Europa. Via Griekenland, Macedonië, Servië, Hongarije, Oostenrijk en Duitsland komt Ayham uiteindelijk aan in Nederland. Ayham is nu een jaar in Nederland en volgt een opleiding voor in de banksector. In de toekomst wil Ayham graag goed Nederlands leren spreken, een goede baan vinden en een familie stichten. Hij vindt de Nederlanders erg vriendelijke en aardige mensen en geniet van de vrijheid die we hier hebben. Zaterdag 18 juni om stipt middernacht klonk het startschot van de Nacht van de Vluchteling, de 40 kilometer sponsorloop van Rotterdam naar Den Haag. Ruim 2800 deelnemers lieten zich sponsoren en hebben zo een recordbedrag van ruim een miljoen euro opgehaald, voor noodhulp aan vluchtelingen in crisisgebieden. Voor mij als vrijwillig fotograaf een mooie uitdaging om dit vast te leggen en zo ook een steentje bij te kunnen dragen. |